Flash back. White screen, full color…….




Op het veld waar je thans de bal juist wel met de hand moet beroeren…..schermutseling in het vijandelijk alsmede zanderige doelgebied. Gesmoord schot…..terugvallende bal……het kuiltje……de lichte stuiter…..vol op de wreef…. meer geluk dan wijsheid…….trillende touwen….mijn eerste en tevens openingstreffer in de breedste zin van het woord.
Tijd alsmede tegenstander zitten weliswaar volledig in de dode hoek van mijn geheugen, maar evenals je eerste verkering, kus alsmede orgasme, blijft ook je eerste doelpunt je voor eeuwig bij. Hoeveel ik er in mijn tienjarige carričre heb gemaakt weet ik niet, maar veel kunnen het er never nooit geweest zijn.

Ik was weliswaar een buitengewoon snelle jongen, die bij gelegenheid de bal aardig scherp voor de goal wist te krijgen, maar beheerste totaal niet de techniek om ook maar een blind paard te kunnen passeren.
Bovendien ontbrak het mij aan inzicht, ambitie alsmede eerzucht en liet ook het vermogen tot koppen zwaar te wensen over, terwijl mijn vader daarbij nog eens van mening was dat ik - gezien mijn huppelende motoriek - meer aan een geograaf dan een voetbaltrainer zou hebben. Een dertig uit een dozijn voetballertje, die (dankzij een hoge wreef mooie vrije trappen en snoeiharde strafschoppen wist te lanceren) net niet voor het predicaat "net niet voetballer" in aanmerking kwam.

Dat ik niet echt voor de bal geboren was valt dus moeilijk te ontkennen, maar de sfeer in alsmede op het veld deden mij daarentegen bij vlagen tot ver boven de toppen van mijn kunnen doen ontstijgen, waarbij de factoren tijd en weersomstandigheden zeker geen onbelangrijke rol in speelden.
Integendeel zelfs, die waren alles bepalend voor de (karakter)vorm van de dag. In de winter liep ik het hardst, was verre uit de snelste van allemaal en stoof werkelijk waar op alles af wat maar enigszins bewoog, daar dit simpelweg de enige manier was om warm te blijven, terwijl er op warme zomerse dagen geen land met mij viel te bezeilen.
Op winterse dagen met neerslag ging mijn voorkeur immer uit naar een basisplaats op de reservebank, terwijl ik bij zomerse neerslag altijd maar één helft (liefste de eerste) wenste mee te spelen, waar - gezien onze brede selectie - de heren coaches dankbaar gebruik van maakten.

Ochtendwedstrijden vielen bij mij vele malen beter dan die van de middag - zeker als het een thuiswedstrijd betrof - met als absolute voorkeurstijd ergens rond de klok van elf, terwijl iedere aanvang van na 14.00 uur - zeker als het een uitwedstrijd betrof - een meer dan gevoelige aanslag op mijn emotionele achillespees betekenden.
Nee, de dagen van de absolute vorm in de breedste zin van het woord, waren evenzo zeldzaam als de pracht van een nazomerse herfstochtend in de maanden september/oktober, gefilterde zonnestralen, de geuren van versgezette koffie en nog verser gemaaid gras.
Een zeldzame samenkomst van genoemde elementen, behoorden dan ook tot die legendarische momenten waarin ik op gepassioneerde wijze vriend en vijand versteld liet staan over schier bovenaardse krachten en dito karakter te beschikken.

Andere tijden, aspiranten FC Driebergen


Op zo'n dag ging het verstand op nul en het gevoel in top gear.
Ging ik sneller dan het licht, passeerde blindelings het wakende oog van de eerste tot de laatste man en oefende een waar terreur uit op alles en iedereen die mij in mijn voornemens dacht te kunnen hinderen.
Geen veld te groot, noch te breed.
Geen bal te hard, dan wel te snel, alleen het koppen bleef ook onder de meest gunstige omstandigheden zwaar (in overtreffende trap) ondermaats.
Noem het maar kansloos, en derhalve liet ik ze dan ook - zelfs in de meest kansrijke scoringspositie - spontaan alsmede vol overgave aan mij voorbijgaan, wat later dan altijd wel weer gecompenseerd werd met een perfecte voorzet en/of effectvolle vrije trap.
Edoch het absolute hoogtepunt voltrok zich op het hobbelige knollenveld van Schalkwijk, alwaar ik op aangeven van Peter Ypenburg tot twee maal toe den lederen kogel de touwen in wist te jagen. Maar nogmaals, dergelijke momenten kwamen in verhouding minder vaak voor dan de komeet van Halley, die eens in de 76 jaar aan onze aardkloot voorbijraast, want in de weken daarna speelde ik als vanouds, gelijke een natte krant.

Een ander gedenkwaardig moment voltrok zich, op een evenzo glorieus day als hierboven omschreven, te Maarsbergen, alwaar wij ten strijden trokken tegen een team van het voormalig jongensinternaat Valkenheide, die nu niet bepaald bekend stonden om hun sportiviteit. Integendeel, die schopte op alles wat ook maar de intentie had om te bewegen en compenseerde een tomeloos gebrek aan voetbalvermogen, met een gestrekte been en/of verbale intimidatie vanuit zowel binnen als buiten het veld, waar toch al snel zo'n mannetje of tien moeilijk opvoedbaren de twaalfde man vormden.

Alhoewel het een uitwedstrijd betrof en ook de aanvangstijd niet geheel overeen kwam met de door mij gestelde randvoorwaarden, liep het die middag merkwaardig genoeg als een trein. Een niet te warm, noch te koud, door zon overgoten zaterdagmiddag was voor mij op dat moment kennelijk genoeg om de zinnen wederom te doen prikkelen en er maar weer eens zeldzaam gedreven tegenaan te gaan.
Hoe die wedstrijd nu precies is verlopen weet ik als vanzelfsprekend niet meer, maar nog voor aanvang van de spreekwoordelijke theepauze zaten wij reeds op een comfortabele voorsprong, waar ik - in alle bescheidenheid - meer dan een steentje aan bijgedragen had.
Schoot als een ongeleid projectiel van rechts naar links, en weer terug, dook spontaan alsmede vol overgave in iedere geboden vrije ruimte en bracht met grote regelmaat de overige heren aanvallers in stelling, die op hun beurt de geboden gelegenheid allesbehalve onbenut lieten. Appeltjeseitje voetbal, met voorzetten die zelfs mijn blinde broertje (met een mes in zijn rug) nog wel wist te verzilveren.
Het liep lekker alsmede makkelijk, maar dan toch een zucht van verlichting bij het weerklinken van het rustsignaal, daar zich een totaal onverwachte drang tot poepen van zich deed spreken en ik derhalve mijn laatste sprint direct doortrok richting het toilet.

Aspiranten CDN, begin jaren zeventig

Zit koud met de broek op de enkels, wordt pardoes de deur ingetrapt en staar ik in de loop van een luchtbuks, waarmee de vasthouder mij ervan probeerde te overtuigen dat het verstandig zou zijn als ik het voor de rest van de strijd voor gezien zou houden.
Alhoewel het poepen ineens een stuk sneller ging, voelde ik allesbehalve de gebruikelijke verlichting die doorgaans op een dergelijk afwerkingproces volgt. Integendeel.
En juist op het moment dat ik de reservevoorraad wilde gaan aanspreken, greep een bebaarde alsmede langharige klerenkast van astronomisch formaat in, ontdeed mijn belager van buks en diens stoere waardigheid, gevolgd door een behoorlijk corrigerende tik en de overduidelijke mededeling dat hij zich per direct bij de directeur diende te melden.
"Sorrij voor dit voorval , maar ze kunnen hier erg slecht tegen hun verlies, omdat ze al behoorlijk wat in hun leventje verloren hebben" sprak de vriendelijk lachend redder in dubbele nood en beende vervolgens tierend achter the lost boy aan.
En hoewel ik gewoon weer het veld ben ingegaan, oogde mijn spel nog geen duizendste van voor het bewuste plee incident, gaf derhalve reeds na een kwartier aan gewisseld te willen worden en heb nadien ook never nooit meer een stap op Valkenheide gezet.

Een page terug..Een page vooruit